DAF’s ‘pientere pookje’

De broer Hub en Wim van Doorne bedachten in 1957 de DAF. De auto verkocht goed, maar werd ook uitgelachen. Ten onrechte, DAF schreef wereldgeschiedenis. 

Hub van Doorne

Hub van Doorne (1900-1979) startte in 1932 op het terrein van een bierbrouwerij in Eindhoven met Van Doorne’s Aanhangwagenfabriek NV (DAF). Enkele jaren later sloot zijn broer Wim (1906-1978) zich als de financiële man bij het bedrijf aan, zodat Hub zich op de technische zaken kon richten. Na WO II was er een nijpend tekort aan vrachtauto’s, waar de heren slim op inhaakten door in 1949 trucks en trailers te gaan maken. Daarna begon Hub met het realiseren van zijn droom: het bouwen van een personenauto.

Truttenschudder

In 1954 vond Hub een traploze transmissie uit. Na veel ploeteren was het de broers in 1957 eindelijk gelukt! Een vierzitter met een 250 cc tweecilinder aan de voorkant en de transmissie onder de achterbank, die de achterwielen aandreef. De heren presenteerden in 1958 hun DAF 600, de Variomatic, op de AutoRai in Amsterdam. Het systeem werd in de reclame ‘het pientere pookje’ genoemd, maar de concurrenten gebruikte een andere benaming die het imago van de auto geen goed deed: ‘een truttenschudder met jarretelaandrijving’.

Imago naar de maan

Toen het toenmalige GAK de DAF ter beschikking stelde aan gehandicapten was het helemaal gedaan met het imago. Het publiek vond het een auto voor bejaarden en mensen die niet konden schakelen! Toch zijn er tot 1963 ongeveer 800.000 Variomatics verkocht. Het doek viel in 1975 toen de personenautodivisie van DAF werd overgenomen door Volvo, die overigens nog een tijd lang de DAF 66 en DAF 77 produceerde.

Wereldgeschiedenis

Hub’s jarretelaandrijving’ is inmiddels dusdanig doorontwikkeld dat dit jaar in China bijna een half miljoen auto’s voorzien worden van deze Continu Variabele Transmissie (CTV). De droom van Hub van Doorne is geschiedenis geworden.

Foto:
Nationaal Archief