Het gezellige dia-avondje

Vroeger werd je bij familie en vrienden getrakteerd op een gezellig dia-avondje. Urenlang naar dia’s op het grote diascherm kijken van hun o zo leuke vakantie.

Wereld op z’n kop

Regelmatig werd er een extra plaspauze ingelast omdat er weer een dia vastzat in de diaprojector. Wanneer het gepruts te lang duurde en de sterke lamp van de projector te lang op de vastgelopen dia scheen, dan ‘plopte’ deze uit het frame en was de dia kapot. Het was overigens nog een hele klus voordat er überhaupt naar gekeken kon worden. Ontwikkelde dia’s zaten namelijk aan elkaar vast op een strook. Deze moesten worden losgeknipt door met uiterste precisie op het zwarte lijntje tussen de afbeeldingen te knippen. Daarna werden de dia’s tussen de twee delen van een diaraam vastgeklemd. De ingeraamde dia’s werden ondersteboven in de kunsstof lade gezet, anders zag men de dia op zijn kop. Ondanks het vele werk waren dia’s veel goedkoper omdat men alleen voor de ontwikkelingskosten betaalde en niet zoals bij foto’s ook voor de afdrukken.

De toverlantaarn

De geschiedenis van het ‘dia’ kijken gaat terug naar 1659 toen de Nederlandse wetenschapper en vooraanstaande wis-, natuur- en sterrenkundige Christiaan Huygens (1692-1695) de vroegste versie van de diaprojector bedacht, de zogehete toverlantaarn. Op een glasplaatje schilderde hij een afbeelding die hij achter een lens schoof. Als lichtbron gebruikte hij een kaars of olielamp zodat de afbeelding vergroot op een muur werd geprojecteerd. De toverlantaarns werden in de eeuwen die volgden steeeds moderner en maakten in 1936 plaats voor Kodak’s Kodachrome, de eerste moderne diafilm. In 1937 bracht het bedrijf de Kodaslide-projector op de markt waar de dia’s handmatig één voor één ingeschoven moesten worden. Vanaf de jaren vijftig kwamen er lades en de carrousel waarin meerdere dia’s geplaatst konden worden. Hoewel de dia-avondjes in de jaren zestig en zeventig mega populair waren, verdwenen deze geleidelijk naar de achtergrond door de komst van de videocamera.

 

Foto: Wikimedia Commons

Geef een reactie