In het vrolijke televisieprogramma Babbelonië moesten drie bekende Nederlanders een woord raden dat nogal cryptisch omschreven werd.
Heet onder de studiolampen
De quiz werd van 1981 tot 1985 tweewekelijks door de Avro uitgezonden. Aan een grote tafel zat links van presentator Pim Jacobs het vaste panel, dat bestond uit: Willem Duys, Lous Haasdijk, met de befaamde grote bril, en de flamboyante Jos Brink. In het laatste seizoen werd Jos vervangen door cabaretier Jan Blaaser. De tegenstanders zaten aan de rechterkant en waren onder anderen: Willeke Alberti, Patricia Paay, Johan Cruijff en André Hazes. Het programma trok hoge kijkcijfers met soms wel zeven miljoen kijkers en duurde zo’n dertig minuten. Met als uitzondering een extra lange uitzending op oudejaarsavond, omdat de oudejaarsconference van Wim Kan onverwachts niet doorging. Dat het bijzonder warm was onder de studiolampen, bleek wel uit een aflevering met Caroline Kaart. Omdat programma’s toentertijd nog niet werden onderbroken door reclameblokken, verscheen tijdens de uitzending een visagist in beeld die haar bezwete gezicht moest droogdeppen en bijwerken.
Eeuwige roem
Er waren drie spelronden, waarin de vaste panelleden vanaf een kaartje de met spreekwoorden en gezegden doordrenkte omschrijvingen voorlazen. Zo werd het woord ‘naaimachine’ omschreven als: “Dit onderwerp gaat door totdat er geen gat meer in zit” en “het werkt zich uit de naad”. Intussen zat de tegenpartij verwoed aantekeningen te maken en werden de hersenen flink gekraakt. Het publiek lag vaak dubbel van het lachen omdat zij het woord al wisten. Na een eerste schot voor de boeg volgde een vragenrondje van een minuut. Werd het woord nog steeds niet geraden, dan bracht de charmante assistente Monique van Haasteren een voorwerp met een bijbehorende clou. De winnaar ging naar huis met de eeuwige roem. Na 55 afleveringen stopte het populaire amusementsprogramma. Misschien niet definitief, want begin jaren negentig volgde bij RTL4 de quiz ‘Wie ben ik?’ met een formule die wel heel sterk leek op het ooit zo succesvolle ‘Babbelonië’.
Foto
Wikipedia
