Met de opkomst van de popmuziek werden ook de popbladen populair. Daarin stond alles wat tieners wilden weten over hun favoriete sterren, van songteksten tot popposters.
Jakkes rock-’n roll!
Het eerste Nederlandse muziekblad was Tuney Tunes, in 1942 op een zolderkamer gemaakt door drukker Jan van Haaren. Hij luisterde stiekem naar de radio en schreef teksten van Amerikaanse liedjes over. Het blad groeide na de oorlog uit tot een populair jongerenmagazine. De redactie ervan gooide echter de eigen glazen in door zich negatief uit te laten over de komst van rock-’n roll. Tja, en juist die muziek vond de jeugd nou zo geweldig! Zij lazen veel liever het blad Muziek Expres, in 1957 opgericht door oud Tuney Tunes medewerker Paul Acket. Hij nam in 1965 Tuney Tunes over, wat vervolgens overvloeide in het tevens door hem opgerichte muziektijdschrift Popfoto. Jongeren lazen gretig over het wel en wee van de popsterren en hingen hun kamers vol met foto’s en posters van hun idolen. Ook het muziektijdschrift Muziek Parade, dat verscheen tussen 1957 en 1985, wist een groot tienerpubliek te bereiken.
Alternatieve jeugd
Het (underground)weekblad Hitweek verscheen in 1965. Geschreven voor en door jongeren die zich wilden afzetten tegen de maatschappij. Na vier jaar eindigde het blad, waarna de redactie met het nieuwe weekblad Aloha verder ging. Dat richtte zich naast muziek eigenlijk veel meer op maatschappelijke problemen, seks en drugs. Na dalende advertentie-inkomsten moest het blad in 1974 stoppen. Datzelfde jaar werden Popfoto en Muziek Expres voor miljoenen verkocht aan uitgeverij VNU. In 1971 kwam muziekkrant OOR op de markt. De uitgeverij van het blad gaf vanaf 1975 de Nationale Hitparade Krant uit. Dat was gratis in de platenzaak te verkrijgen en was ter promotie van de Nationale Hitparade. In 1977 vloeide daar het weekblad de Hitkrant uit. Daarin werd onder meer het populaire televisieprogramma ‘Toppop’ besproken en het maakte bands als Doe Maar en Di-rect in Nederland groot. In 2017 stopte de papieren versie om online verder te gaan.
Foto
Nationaal Archief
