De uitvinding van de sonar kwam te laat voor de Titanic. Alhoewel het apparaat al in 1906 was uitgevonden, had men er domweg het nut nog niet van ingezien.
Zo werkt het
Sonar (sound navigation and ranging) is een apparaat dat objecten onder water kan opsporen. Het apparaat zendt ultrasone trillingen uit die worden teruggekaatst. De sonar bepaalt de afstand tot het object middels het tijdsverschil tussen de uitzending en de ontvangst van de echo.
Te laat voor de Titanic
De eerste persoon die zich in zekere zin bezighield met de sonar was Daniel Colladon in 1822 Hij gebruikte een onderwaterbel om de snelheid van het geluid onder water te berekenen. Zijn onderzoeksgegevens werden weer gebruikt voor de ontwikkeling van het allereerste sonarachtige systeem van lewis Nixon in 1906, dat ijsbergen kon detecteren. Het belang van Nixons uitvinding zag men echter pas echt in nadat het passagiersschip de Titanic in 1912 tegen een enorme ijsberg was gevaren waardoor het zonk.
Ook te laat voor WO I
Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) werd aan de Franse fysicus Paul Langevin gevraagd om een systeem te ontwikkelen dat die verdraaide Duitse U-boten kon opsporen. Deze onderzeeërs lagen als onzichtbare monsters onder water en torpedeerden ieder schip dat voorbij kwam varen. Langevin en zijn team ontwikkelden een ‘passief’ sonarapparaat dat alleen kon ‘luisteren’. Het systeem werd echter pas operationeel toen de oorlog al bijna voorbij was. Na de oorlog bundelden de geallieerde landen hun kennis en krachten, waardoor Robert William Boyle het eerste werkende ‘actieve’ prototype produceerde. Dat systeem kon signalen uitzenden en ze vervolgens ook terugontvangen. De Britten noemden deze sonar ‘ASDIC’ (Allied Submarine Detection Investigation Committee).
Handig in de visserij
De sonar werkte dusdanig goed, dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog heel wat onderzeeboten van zowel de geallieerden als de vijand werden gespot en vernietigd. Tegenwoordig wordt het systeem niet alleen militair gebruikt. De zeebodem wordt ermee in kaart gebracht en de visserij gebruikt het om grote scholen vissen te kunnen lokaliseren.