Wassen en watergolven

Van oudsher zijn vrouwen dol op krullend haar. Van klei met stokjes in het oude Egypte tot een gepermanente poedelcoupe in de jaren tachtig.

Soda in het haar

In het oude Egypte bedekten de dames de haren met een mengsel van klei en water, waarna de lokken rond houten stokjes werden gedraaid. Daarna gingen ze in de zon zitten om de klei te laten ‘bakken’. Aan het einde van de negentiende eeuw gebruikte men losse tangen, die boven een gasvlam waren opgewarmd, waar het haar omheen werd gedraaid. De eerste ‘permanente krul’ werd in 1902 door de van oorsprong Duitse kapper Karl Ludwig Nessler gepatenteerd. Hij smeerde een natriumhydroxide-oplossing (ook wel bijtende soda of loog) in het haar. Vervolgens werd het haar opgerold rond enkele metalen pinnen die waren verbonden met een machine die elektrische warmte naar de pinnen stuurde. Dit hele proces duurde maar liefst zes uur.

Ook voor mannen

De zogenaamde ‘koude krul’ was in 1938 een uitvinding van Arnold F. Williatt. De haren werden rondom rollers ingerold en daarna ingesmeerd met ammonium thioglycolaat. Daarna ging er waterstofperoxide overheen. Dit alles duurde zes tot acht uur. In de jaren zeventig werd het ‘zure permanent’ uitgevonden, waardoor de getoupeerde ‘poedelcoupe’ mega populair kon worden. Ook mannen gingen toentertijd rustig naar de kapper voor een permanentje.

Blauwe spoeling

Voor een tijdelijke krul koos men voor de techniek van watergolven. Het natte haar werd in rollers gedraaid, waarna het tijdens de nacht of onder een droogkap gedroogd werd. Na het verwijderen van de rollers werd het haar doorgekamd en bespoten met een flinke hoeveelheid haarlak. Indertijd liepen heel wat vrouwen buitenshuis met een sjaaltje om het hoofd, want een plotselinge regenbui betekende het einde van de weelderige krullenbos. Veel oudere dames wilden de grijze haren tevens wat opfrissen en wilden ook graag een gekleurde spoeling in het net gepermanente haar. Dat resulteerde soms in een iets te blauw/paars golvende coupe. Tegenwoordig zijn het permanentje en het watergolven weer helemaal hip, al hoeft het niet meer zo uitbundig als in de jaren tachtig.

 

Foto
Nationaal Archief

1 Comment

  • Ik ga iedere vrijdag naar de kapper om te watergolven.
    Ik doe dat al zo’n 25 jaar.

    Heerlijk een moment voor mezelf. Ik was eind 20 toen ik het voor het eerst liet watergolven.

    Daarvoor liet ik het regelmatig permanenten.

    Mijn vriendinnen moesten er in het begin om lachen maar zijn inmiddels ouder en gaan ook regelmatig naar de kapper om te watergolven.
    Ik laat het meestal ‘bol’ kappen. Net als Beatrix.

    En ja, ik draag altijd een shawl/ hoofddoek om mijn kapsel in model te houden.
    Ik heb in de afgelopen 25/30 jaar veel shawls aangeschaft. 90 bij 90 cm.
    Nog altijd zijn er mannen die mij complimenteren met deze stijl.

    Vaak hoor ik dat ze het elegant vinden. Elegant klassiek.

    Ik ben 58 en ik moet zeggen dat ik het leuk vind dat deze mode weer meer te zien is in het straatbeeld.

Laat een reactie achter