Hele generaties ‘kijkbuiskindertjes’ keken vanaf 29 september 1968 dagelijks vijf minuten naar het kinderprogramma ‘de Fabeltjeskrant’.
Dieren hadden menselijke trekjes
Het programma begon steevast met het gezongen kinderliedje: ‘Hallo, meneer de Uil. Waar brengt u ons naartoe? Naar Fabeltjesland?’ ‘Eh, ja, naar Fabeltjesland’. Daarna begon de blauwe vilten handpop van meneer de Uil voor te lezen uit de Fabeltjes krant: over de avonturen van de dieren in het Grote Dierenbos in Fabeltjesland. Geestelijk vader leen Valkenier had de karakters van de dieren menselijke trekjes gegeven, gebaseerd op mensen uit zijn directe omgeving. Briljant, want daardoor herkende de tv-kijker altijd wel iemand in de betweterige juffrouw Ooievaar, de klussende Ed en Willem Bever of de meelijwekkende Stoffel de Schildpad. Uitspraken van Truus de Mier (“Tuut-tuut-tuut-tuut”) en Lowieke de Vos (“Hatsikidee!”) waren dan ook vaak op straat te horen.
Steevast met een moraal
In totaal 1.064 afleveringen, die inclusief herhalingen tot oktober 1992 werden uitgezonden, was altijd een moraal verwerkt. Ook de Nederlandse multiculturele samenleving was in de afleveringen terug te zien met de komst van de handpoppen Zaza Zebra en mister Maraboe, die afkomstig waren uit het Derde Dierenbos. Het merendeel van de stemmen werd ingesproken door: Frans van Dusschoten, Ger Smit, Elsje Scherjon, Aart Staartjes, Philippine Aeckerlin en Trudy Libosan. Op de website van Beeld en Geluid is prachtig te zien hoe dat toentertijd werd opgenomen. In 1970 verscheen de bioscoopfilm ‘Onkruidzaaiers in Fabeltjesland’ en in 2007 een op de televisie gebaseerde musical.
Exposities over vijftig jaar later
De ongekende populariteit van het programma wordt bekroond me een expositie in Rotterdam: ‘Fabeltjesland, een reis door 50 jaar Fabeltjeskrant’, waar kinderen door het Dierenbos kunnen lopen en kunnen ‘klussen’ in het klusbedrijf van Ed en Willem Bever. In oktober is een special van ‘De Fabeltjeskrant’ op televisie en vanaf 2019 is het in een 3D-animatiejasje weer dagelijks op de buis te zien.
Foto:
Nationaal Archief