Het stripblad Pep verscheen tussen 1962 en 1975. Een weekblad voor de leeftijdsgroep die tussen de Donald Duck en de bladen voor volwassenen in zat.
Pit, vuur en levenslust
De titel werd door de makers uitgelegd als: “Pep is een Engels woord voor pit, vuur, vaart en levenslust. Daarom is ‘Pep’ een blad met pep”. Op 6 oktober 1962 verscheen het eerste nummer. Het stond vol strips, puzzels, nieuwtjes, sport en tekstverhalen over ruimtevaart en auto’s. De strips waren héél spannend of bevatten een gezonde dosis humor.
Bloedmooie Laureline
In de beginjaren werden ze door toenmalig hoofdredacteur Peter Middeldorp uit het buitenland gehaald, zoals: Asterix, Lucky Luke, Roodbaard, Blueberry, Toenga, Bernard en Ravian met zijn bloedmooie assistente Laureline. Later kregen Nederlandse tekenaars ook de kans hun kunsten in het blad te tonen, zoals: Peter de Smet, Martin Lodewijk, Dick Matena, Daan Jippens en Fred Julsing.
De Generaal
De lezers smulden van de avonturen van Olivier Blunder, De Generaal, de Argonautjes en Agent 327. De dagen werden afgeteld totdat de nieuwe Pep weer op de deurmat lag. Hoe zou het hun striphelden vergaan? Doordat er strips werden geplaatst voor uiteenlopende leeftijden. konden lezers ‘meegroeien’ met het blad. Volwassenen lazen het stripblad ook, wat vrij uniek was voor een jeugdblad.
Einde van de Pep
Vanaf 1972 kelderde de oplage en werd er nauwelijks nog aan het blad verdiend. Pep ging in week 40 van 1975 samen met het stripblad Sjors over in het nieuwe weekblad Eppo, dat vernoemd was naar het figuurtje van Uco Egmond.
Boek over Eppo
In oktober 2014 verscheen het boek ‘De jaren Pep – De opkomst en ondergang van een stripweekblad 1962-1975’ van stripkenner Ger Apeldoorn. Momenteel werkt hij aan een boek over Eppo dat in 2018 verschijnt. Via de facebookgroep ‘De jaren Eppo’ kun je de totstandkoming volgen.
Foto:
Nationaal Archief