Ze zijn inmiddels echte BN’ers geworden: ‘Jan, Jans en de kinderen’. Al vanaf 12 december 1970 zijn de belevenissen van de bekende fictieve familie Tromp in Libelle te zien.
Bijna alles werd besproken
De strip werd bedacht door striptekenaar Jan Kruis (1933-2017). Bijna dertig jaar tekende hij wekelijks een strip, die in tijden van drukte door zijn vrouw werden ingekleurd. Na zijn pensionering in 1999 werd de strip overgenomen door Libelle’s Studio Jan Kruis, waar hij nog steeds getekend wordt. Inmiddels zijn er meer dan twee miljoen albums verkocht. Het enorme succes is waarschijnlijk te danken aan de herkenbare gezinssituaties en veranderende rollenpatronen. Vader Jan heeft een kantoorbaan en wordt later huisman, omdat moeder Jans van een huisvrouw in een carrièrrevrouw verandert. Puberdochter Karlijn komt regelmatig met verkeerde vriendjes thuis en is fel tegen de vee-industrie, waardoor ze vegetariër wordt. Catootje met naveltruitje, brilletje en twee geknoopte staartjes in het haar zeurt stelselmatig over het eten en beleeft de komst van het eerste gekleurde kind op school. In 1993 komt er nog een nakomertje, baby Gertje. Jan Kruis schroomde niet om sociaal-maatschappelijke onderwerpen en taboes als homoseksualiteit in zijn verhaallijn te verwerken. Libelle vond dat allemaal prima, hoewel het de strip over een topless moeder Jans net te ver vond gaan voor de Libelle-lezeressen.
Sint Pannenkoek
Wat kleinere rollen spelen de huisdieren: de Siamese poes Loedertje, pony Kobus teckeltje Lotje en de Rode Kater, die zich schaamt omdat die een ‘je-weet-wel-kater’ is. Regelmatig komt Catootjes ‘verloofde’ Jeroen op bezoek, wiens begroeting ‘hoi pipeloi’ en afscheidsgroet ‘aju paraplu!’ zelfs in onze Nederlandse taal zijn opgenomen. Dankzij de sigarenrokende opa Gerrit wordt op 29 november Sint Pannenkoek gevierd, waarbij men elkaar met een pannenkoek op het hoofd een gezegende Sint Pannenkoek toewenst. Het Museum van de Twintigste Eeuw in Hoorn staat tot eind dit jaar stil bij het vijftigjarig jubileum van de familie Tromp.
Foto
Wikimedia Commons
