Grauwe ganzen een welbekende peulvrucht

De kapucijners zijn al eeuwenlang een vast ingrediënt in onze Hollandse keuken. Alhoewel de jongere generatie deze peulvruchten niet zo vaak op tafel zet.

Monnikenorde?

De velderwt, ook wel blauwschokker, vale erwt, grauwe erwt en raasdonders genoemd, is gemakkelijk te verbouwen, simpel te drogen en daardoor lekker lang houdbaar. Handig, want in tijden dat er niet veel te eten was kon men toch een voedzame maaltijd serveren. Hoe de kapucijner aan zijn naam is gekomen, daarover zijn de meningen nogal verdeeld. In het Volledig Woordenboek der Nederlandsche taal uit 1893 wordt de kapucijner omschreven als: ‘eene soort van grauwe erwt…grauw werd vroeger vooral gebruikt van de kleeding en van de personen die grauwe kleederen droegen; deze waren menschen uit den lageren stand of geestelijken, die tot eene monnikenorde behoorden, zoals de Capucijnen, eene der Fransiscaneorden’. In de krijgsmacht worden kapucijners vanouds raasdonders genoemd. Het waarom lezen we in de Van Dale uit 1961 waarin dat uitgelegd wordt als: ‘Raasdonder(tje)s, gekookte grauwe erwten die niet uit de schil gebarsten doch enigszins hard gebleven zijn, zodat ze ratelend op de borden vallen als ze worden opgedaan’.

Lekker met stroop

Het vermoeden is dat de erwtenplant zich van Azië via Turkije en Griekenland naar Europa heeft verplaatst. Het is een oud gewas wat al ten  minste zevenduizend jaar geteeld wordt. De kapucijners zijn klimplanten en worden ongeveer anderhalf tot twee meter hoog. Ze bloeien met prachtige purperen bloemen. De peulen zijn blauw/paars gekleurd. Ze smaken meteen na de oogst het lekkerst en het zoetst. Tijdens het drogen verandert de kapucijner van groen naar bruin en wordt de smaak iets meliger. Op Texel worden kapucijners ‘grauwe ganzen’ genoemd. Volgens een oud Texels recept worden ze eerst gewassen, waarna een nachtje in de week gelegd. Daarna worden ze zo’n anderhalf uur in het weeknat met wat zout gekookt. Geserveerd met aardappelen, krokant gebakken spek en zacht gebakken uienringen met daarbij zilveruitjes, augurken en wat mosterd. Net als in vele andere delen van Nederland worden de grauwe ganzen opgediend met een flinke hoeveelheid stroop.

 

Foto:
Wikimedia Commons

Geef een reactie