Spuiten, wattenbollen en blonde haren

Zo, nu was ik aan de beurt. Ik, een vrouw van ruim 40, ging mezelf eens kritisch met een loep bestuderen. Wat vond ik eigenlijk van mezelf? Wat zou ik graag anders willen zien? Waar had ik nou behoefte aan om verandering in aan te brengen? Mijn borsten, handen, armen, schouders, buik, tenen, ogen en oren werden bestudeerd. Eindconclusie: het waren mijn haren en benen die wel wat aandacht konden gebruiken. Mm, niet gek! Eigenlijk ben ik dus best tevreden over mezelf.

Stap één

Mijn haren. Dat moest totaal anders. Langer? De kapper mocht vanaf nu alleen nog maar naar de puntjes kijken. “Hoe zou blond mij eigenlijk staan?” Vroeg ik aan haar. Enthousiast riep ze meteen: “oh ja, geweldig. We doen er blonde highlights in.” Een week later zat ik opnieuw in de kappersstoel. Mijn hemel! Drie hele uren zat ik in de stoel. Oké, ik geef toe, het is een klus om al die flinterdunne lokken in de verf te zetten, maar wat een lange zit. Het eindresultaat mocht er zijn. Mijn krullen kwamen nog meer tot zijn recht en mijn gezichtsuitdrukking werd veel zachter. Ik vond het prachtig, maar hoe zouden mijn mannen het vinden?

Stap twee

Mijn benen. De regen kwam met bakken naar beneden en het stormde als een gek. Ik voelde er niet veel voor om druipend de sjeike spataderenkliniek binnen te lopen en nam de auto. Gelukkig was ik op tijd vertrokken, want het was een chaos in de stad. Overal werd gewerkt aan het wegennet of aan de tramrails. Mijn vriendelijke navigatiemeneer gaf keurig advies: “neem de volgende weg links.” Afgesloten! Ik kon niets anders dan rechtdoor blijven rijden. “Neem de volgende weg links.” Weer afgesloten. Eerst bleef ik kalm, maar toen ik op de autoklok zag hoe laat het al was, begon ik tegen hem te schreeuwen. “Lummel, zie je dan niet dat ik nergens linksaf kan?” Eindelijk, ik was er. Parkeerde de auto en haastte naar binnen. “U kunt hier maar 30 minuten parkeren. De dokter heeft ruim een half uur ingepland voor uw behandeling. U kunt uw auto beter op de hoofdweg parkeren,” vertelde de receptioniste me liefjes.

Een spuitje hier, een spuitje daar

“Zo mevrouw, gaat u hier maar liggen.” De arts en haar assistente zetten beide hun veiligheidsbril op. Ik zag plots mijn bloed al omhoog spuiten als een flinke brandweerstraal en moest een zenuwachtige giechel binnenhouden. Ik voelde hoe het dunne naaldje mijn huid binnendrong. Soms voelde ik niets en soms brandde het een beetje. Net toen ik dacht dat ik het eigenlijk best wel mee vond vallen, zei de arts: “Dit gaat een beetje pijn doen hoor, dus adem maar eens flink in en uit.” Aaauwww! Niet veel later werd ik in de steunkousen gehesen. Mijn benen zagen er uit als een mollenveld. Het leek wel of er overal wattenbollen zaten, die over de spuitgaatjes waren geplakt. “Zo…de komende drie dagen niet douchen! De steunkousen de eerste week dag en nacht dragen en de week erna alleen overdag. Zien we u over vier weken weer terug voor nog een behandeling?”

Foto:
Nationaal Archief

 

Laat een reactie achter